Inhoud
De juiste berg- of wandelschoenen kiezen lijkt misschien een ingewikkeld proces. Jouw schoenen moeten overeenkomen met hoe en waar je gaat lopen. Maar voordat je kiest moet je ook zeker weten dat ze goed passen. Want als ze niet goed passen, kan dat vervelende gevolgen hebben.
Een wandelschoen moet overal aangesloten zitten, nergens knellen en genoeg ruimte hebben om je tenen te bewegen. Pas de schoen wat meer richting het einde van de dag (als je voeten wat opgezet zijn) en met de juiste sokken aan. Laat je voet goed opmeten, want je hebt vaak een grotere maat nodig dan je denkt.
De verschillende soorten wandelschoenen.
Er zijn ontzettend veel verschillende wandelschoenen. En dat heb je ongetwijfeld al ontdekt. Maar er zit zeker een logica in. Dat heeft allemaal weer te maken met wat je gaat doen. Ze zijn meestal ingedeeld in verschillende soorten categorieën. Maar houd je daar niet teveel aan vast.
Lage wandelschoen.
Dit is een schoen die niet veel steun geeft, omdat hij stopt onder de enkel. De zool is lekker flexibel en de schoen zelf is licht van gewicht. Een lage wandelschoen is perfect voor dagtochten met weinig tot geen bepakking. Sommige mensen kiezen voor een trail-running schoen, die zijn vaak nog lichter.
Categorie A
Half-hoog tot hoge wandelschoen.
Als je het over steun hebt, doet deze schoen al iets meer. Bedoeld voor dagtochten of wat langere tochten met weinig bepakking. Vanwege de flexibiliteit een makkelijke schoen die je weinig hoeft in te lopen. Maar nog steeds niet genoeg steun of stevigheid voor lange tochten met bepakking.
Categorie A/B, B
Hoge bergschoenen.
Zoals je ziet is de naam veranderd van wandelschoen naar bergschoen. Dat is omdat deze soort schoen voornamelijk wordt gebruikt in de bergen op ruiger terrein. Hiermee kan je perfect zwaardere bepakking dragen voor meerdere dagen. Ze geven prima steun aan de enkels en hebben een stijve zool.
Categorie B/C, C
Stijgijzers.
Als je van plan bent om nog hoger op de berg te gaan lopen, of je gaat in de winter weg, dan kan het zijn dat je stijgijzers nodig hebt. Sommige categorie C bergschoenen zijn stijgijzervriendelijk. Dus dat betekend dat er stijgijzers onder kunnen. Vraag hiernaar in de winkel als dat een vereiste is.
Wanneer hoge of lage wandelschoenen?
- Lage wandelschoenen: Een lage wandelschoen is perfect voor dagtochten met weinig tot geen bepakking.
- Half-hoog tot hoge wandelschoenen: Bedoeld voor dagtochten of wat langere tochten met weinig bepakking.
- Hoge wandelschoenen/Bergschoenen: Voornamelijk voor in de bergen of ruiger terrein. Hiermee kan je perfect zwaardere bepakking dragen voor meerdere dagen.
Eigenschappen in wandelschoenen.
Behalve verschillende categorieën, hebben wandelschoenen ook nog andere eigenschappen. Als je daar een keuze in maakt, wordt het kiezen van de juiste schoenen alleen maar makkelijker.
Flexibele zool of een stijve zool?
Je vraagt je misschien af waarom je voor een stijve zool zou kiezen. Dat kan toch nooit lekker lopen? Maar hoe stijver de zool van je schoen, hoe makkelijker het is voor je voeten. Met een flexibele zool zal je elk steentje waar je op loopt voelen. Dus aan het eind van de dag zijn je voeten op. Als je dan meerdere dagen gepland hebt, wordt het een hele pittige tocht. Met een stijvere zool zullen je voeten veel minder snel moe worden. In een hoop outdoor winkels hebben ze verschillende ondergronden om overheen te lopen. Zo kan je dus goed voelen wat het verschil is tussen een flexibele zool en een stijve zool.
Waterdicht of niet waterdicht?
Schoenen kunnen ook waterdicht zijn. Dan zit er in de voering een waterdicht membraan, bijvoorbeeld Gore Tex. Een groot voordeel natuurlijk, is dat je voeten droog blijven als het nat is. Denk aan een wandelvakantie in Schotland. Een nadeel helaas, is dat waterdichte schoenen nooit zo goed ademen als niet waterdichte schoenen. Dus met warm weer krijg je eerder zweetvoeten. Een eventueel ander nadeel kan zijn; water dat in de schoen is gekomen, kan er ook niet meer zo makkelijk uit. Als je bijvoorbeeld in een plas bent gaan staan, dieper dan je schoen hoog is, loopt er water in je schoen.
Pasvorm.
Elk merk wandelschoenen heeft een andere pasvorm. Daarom zitten ze allemaal weer anders. Dat is niet om het ons moeilijk te maken. Maar dat komt doordat iedereen andere voeten heeft. Dus er is niet 1 schoen die voor iedereen geschikt is. De beste wandelschoen bestaat daarom helaas niet.
Wel is het zo dat binnen hetzelfde merk de schoenen vaak dezelfde pasvorm hebben. Een voorbeeld hiervan is het merk Lowa. Schoenen van dit merk zijn over het algemeen wat smaller. Meindl daarentegen valt vaak breed. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Maar gemiddeld gezien vallen schoenen van hetzelfde merk hetzelfde.
Medewerkers van de betere buitensportwinkels kunnen vaak zien aan je voeten welk merk je het beste kan proberen. Ook hebben ze verschillende manieren om je voeten op te meten. Zet dus je schaamte opzij, en laat je voeten goed opmeten. Dames, ik kijk ook jullie aan. Het is namelijk zo zonde als je de verkeerde schoenen koopt. Denk niet dat je bijvoorbeeld smalle voeten hebt, omdat je dat graag zou willen.
De juiste maat wandelschoenen.
De juiste schoenmaat bepalen is erg belangrijk. Als dit niet goed gaat, heeft de verdere keuze niet heel veel zin. Maar toch gaat het hier vaak al fout. Je hebt namelijk vaak een andere maat nodig dan van je normale schoenen. Mijn tip is dus ook; laat je voeten opmeten in de winkel. Voeten! Dus allebei. Want je voeten zijn vaak iets verschillend van maat. En laat dat eigenlijk elke keer doen als je nieuwe wandelschoenen gaat kopen. Als je ouder wordt ga je namelijk vaak omhoog in schoenmaat. Je voeten zakken door, het is niet zo stevig meer allemaal. Dus je voeten worden groter.
Ook worden onze voeten door de dag heen steeds groter. Zeker als het warm weer is. Dus het beste moment om wandelschoenen te passen is meer richting het einde van de dag. Zo zorg je ervoor dat je gekozen schoenen niet te strak gaan zitten aan het eind van een wandeling.
Welke maat wandelschoenen.
De juiste schoenmaat moet ervoor zorgen dat je voeten genoeg ruimte hebben. Ze moeten nergens knellen, en je moet je tenen kunnen bewegen. Dat betekent dat je ongeveer 1 centimeter ruimte nodig hebt aan de voorkant. Die ruimte heb je nodig zodat je voeten kunnen opzetten. Maar tijdens het lopen schuif je ook wat heen en weer in je schoen. Zeker als je veel omhoog en omlaag moet. Met omlaag lopen schuift je voet namelijk iets naar voren. Ook daarom is die ruimte aan de voorkant erg belangrijk.
Hoeveel ruimte in je wandelschoen heb je nodig?
Ze moeten nergens knellen, en je moet je tenen kunnen bewegen. Dat betekent dat je ongeveer 1 centimeter ruimte nodig hebt aan de voorkant. Die ruimte heb je nodig zodat je voeten kunnen opzetten.
Hou niet teveel vast aan die oorspronkelijke maat. Want per schoen kan dat ook weer verschillend zijn. Het is meer een richtlijn om mee te beginnen. Want het kan heel goed voorkomen dat je van de ene schoen een maat 39 nodig hebt. Maar van een andere schoen maat 40 nodig hebt. Als je bijvoorbeeld een nieuw paar schoenen voor de eerste keer aandoet en je voelt direct de voorkant met je tenen, is de maat te klein. Het heeft dan geen zin om deze schoenen verder te passen. Dus pak een maat groter en probeer het opnieuw.
De truc met het binnenzooltje.
Een truc die ik geleerd heb tijdens het verkopen van wandelschoenen, is die met het binnenzooltje. Je kan dan namelijk uitstekend zien of je de juiste maat hebt. Bij 99% van de wandel- en bergschoenen kan het binnenzooltje eruit. Ga dan op het losse zooltje staan, en zorg dat je met je hiel goed in het kuipje staat. Op deze manier kan je goed zien of je aan de voorkant genoeg ruimte hebt. Want je kan zien of je die 1 centimeter ruimte hebt. Wel is het belangrijk om die centimeter te meten vanaf de langste teen. Dat is dus niet altijd de grote teen. Mijn teen naast de grote teen is bijvoorbeeld langer.
Hoe moet je wandelschoenen passen?
Het klinkt misschien een beetje gek, maar er is zeker zoiets als verkeerd passen. Hierdoor denk je dat je de juiste wandelschoenen hebt gekozen. Terwijl je na een stevige wandeling overal last van krijgt. Vaak komt dit door niet genoeg de tijd te nemen. Het kiezen van de juiste wandelschoenen kan veel tijd kosten. De meeste mensen verkijken zich hierop. Het is namelijk aan te raden om een tijdje met de schoenen aan te lopen. Omdat je pas na een tijdje kan voelen of ze goed zitten. En zelfs dan kan je niet alles voelen.
Passen in de winkel.
Belangrijk is dat je de schoenen past zoals je ze ook naar buiten aan zult doen. Dus trek de juiste sokken aan. Vaak hebben buitensportwinkels passokken om te gebruiken. En mocht je steunzolen gebruiken, neem die dan ook mee. Of eventueel andere dingen die je in de schoenen gebruikt.
Pas beide schoenen, zodat je goed kan voelen hoe ze zitten. En voordat je ze dicht maakt ga je eerst even staan in de schoenen. Heb je genoeg ruimte bij je tenen? Kan je alle tenen goed bewegen? Als dat zo is kan je de schoenen strikken. Trek de veters van onder naar boven goed aan. Zodat nergens de veters slap hangen. Trek dus niet alleen maar aan het uiteinde. Dan zit het onderin bij je tenen meestal niet goed. En gebruik alle veterhaakjes. Dus sla niks over.
Loop een stukje door de winkel.
Als je een stukje door de winkel loopt, let dan goed op de volgende dingen.
- Heb je nog steeds genoeg ruimte bij je tenen? Heeft ook je kleine teen genoeg ruimte?
- Drukt er niks? Denk aan stiksels die net op een vervelende plek zitten. Als je dat nu al voelt, ga je dat zeker voelen na een paar uur lopen.
- Blijft je hiel op zijn plek zitten? Belangrijk is dat je hiel niet teveel omhoog komt tijdens het lopen. Gebeurt dat wel, dan heb je kans op blaren.
Vaak hebben winkels ook een soort testbaan. Soms met een stenen ondergrond, zodat je goed kan voelen wat de zool van de schoen doet. Maar dat hoeft niet altijd. Wel is het fijn als ze een helling hebben. Of in ieder geval een trap. Hiermee kan je voelen hoe het is om berg op of af te lopen. Loop je naar boven? Dan kan je heel goed voelen of je hiel niet omhoog komt. Die moet nog steeds op zijn plek blijven zitten. Loop je naar beneden? Dan mag je niet de voorkant van je schoenen voelen met je tenen. Je moet dus niet teveel naar voren schuiven.
Merk je tijdens het lopen dat de schoenen toch niet helemaal goed zitten. Dan is het goed om een ander paar te proberen. Ga dan wel weer alle stappen af. Tot je een paar wandelschoenen hebt gevonden die wel helemaal goed zitten.
Mocht je toch twijfelen? Houdt de schoenen dan iets langer aan in de winkel. Je hebt vast nog meer spullen nodig. Vergeet ook niet dat je thuis vaak nog door mag passen. Maak daar dan ook gebruik van.
De juiste manier van veters strikken.
De meeste van ons krijgen op de basisschool een veterstrikdiploma. En eigenlijk denken we daarna niet zo veel meer aan onze veters. Maar als je het hebt over wandelschoenen, zijn er een heleboel manieren om de veters te strikken.
De basis: Hoe strik ik mijn wandelschoenen?
In het begin is het belangrijk om alle veterhaakjes te gebruiken. Vaak wordt met wat hogere schoenen het haakje richting de hiel overgeslagen. Terwijl deze juist heel belangrijk is. Dit haakje zorgt er namelijk voor dat de hiel op zijn plek blijft zitten. Ook moet je tijdens het veter strikken van beneden naar boven werken. Zo zorg je ervoor dat je veters niet alleen bovenaan aangetrokken zijn. Natuurlijk moet je alles niet te strak aantrekken. Je voeten moeten niet afgekneld worden.
Net even anders.
Mocht je tijdens het wandelen toch last krijgen van je voeten. Dan kan je dat soms oplossen door je veters iets anders te strikken. Dit is wel een tijdelijke oplossing. Vaak komt het toch doordat je schoenen eigenlijk niet goed passen. Maar het kan er wel voor zorgen dat je je wandeling af kan maken.
Dit zijn 3 manieren van strikken om wat verlichting te geven.
- Surgeon’s Knot: hier verandert er niet zo heel veel. Maar dit kan ervoor zorgen dat je hiel niet meer omhoog komt. Door de extra knoop gaan je veters niet zo snel losser zitten.
- Window Lacing: als je veel last krijgt van de bovenkant van je voet, kan dit zorgen voor wat verlichting. Doordat de veters niet meer over je voet heen gaan, ontstaat er minder druk.
- Toe-Relief Lacing: deze manier geeft je tenen wat meer ruimte. Door het eerste paar haakjes over te slaan.
Wandelschoenen inlopen.
Het is belangrijk om je schoenen goed in te lopen. Dat zorgt ervoor dat die prachtige nieuwe schoenen ook prachtig lopen. Hoe lang dat duurt ligt helemaal aan de soort schoen die je gekozen hebt.
Tips om je schoenen goed in te lopen.
Ook als je denkt dat je nieuwe schoenen perfect zitten, is het verstandig om je schoenen in te lopen. Op die manier gaat de schoen helemaal naar jouw voet staan, en gaan ze alleen maar beter zitten. Als je gelijk een lange tocht gaat maken met je nieuwe schoenen, heb je kans dat je dingen gaat voelen die je eerder nog niet waren opgevallen. Of erger, het kan ook voorkomen dat je mooie schoenen zelfs erg pijn gaan doen. Als je langzaam begint met inlopen (binnenshuis), kan je vaak nog terug met je schoenen als ze echt niet goed zitten.
De soort schoen bepaald helemaal hoe, en hoe lang het inlopen duurt. Een lage, lichte wandelschoen heeft weinig tot geen inloopperiode nodig. Maar een hogere, stevige wandel- of bergschoen heeft tijd nodig om soepel te worden. Maar als je de tijd neemt om je bergschoenen goed in te lopen, zul je veel plezier hebben op vele mooie tochten.
Het is wel belangrijk om te beginnen met een goed zittende schoen. Een paar schoenen die niet goed zitten, zullen dat nooit gaan doen na het inlopen.
3 stappen om je schoenen in te lopen.
- Draag je schoenen binnenshuis. Draag je schoenen met de juiste sokken en eventueel speciale zooltjes eerst binnen. Dat kan thuis, maar denk ook aan kantoor. Zorg ervoor dat je de schoenen draagt en strikt zoals je ook buiten zou doen. Vaak kan je een week binnen met de schoenen lopen, en kan je ze nog steeds terugbrengen. Dus let goed op of je schoenen ergens pijn gaan doen.
- Loop een rondje door de wijk. De volgende stap is een blokje om. Hierdoor kan je wat meer meters maken. Dit zal voornamelijk op verhard terrein zijn zoals asfalt of de stoep. Het is goed om dit op verschillende momenten van de dag te doen. Omdat onze voeten groter worden richting het einde van de dag.
- Wandeling van een paar uur. Als alles nog steeds goed gaat, dan ben je klaar voor een wat langere tocht. Je gaat alles echt goed voelen op onverhard terrein. Dus op dit moment ga je pas echt goed je schoenen inlopen. Vanaf hier ga je langzaam het eventuele gewicht van je rugzak verhogen, en natuurlijk de afstanden.
Als je tijdens deze stappen serieus last krijgt van iets, neem dan contact op met de winkel. Soms geeft het merk zelf ook nog tips en informatie mee. Het kan nooit kwaad om dat eens door te kijken.
Snelle oplossingen zijn er niet.
Misschien dat het voor sommige mensen werkt, maar over het algemeen werken snelle oplossingen niet. Denk hierbij aan je schoenen nat maken en vullen met kranten. Of je schoenen drooglopen (wat me echt verschrikkelijk lijkt). Geen 2 paar schoenen zijn hetzelfde. Dus ook al heeft zo’n hack een keertje gewerkt, betekent niet dat het altijd gaat werken. Om je schoenen goed in te kunnen lopen, moet je het tijd geven.
De juiste wandelsokken.
De juiste sokken houden je voeten comfortabel en vrij van blaren tijdens je avontuur. Om de beste wandelsokken te kiezen voor jouw wandeling moet je rekening houden met de volgende punten:
- Hoogte. De juiste hoogte beschermt tegen wrijving van je schoenen.
- Demping. Verschillende demping zorgt voor comfort en warmte.
- Materiaal. Sokken kunnen gemaakt zijn van verschillende materialen. Met allemaal hun eigenschappen.
- Pasvorm. De juiste pasvorm is belangrijk om geen blaren te krijgen.
Hoogte van je wandelsokken.
Wandelsokken komen in verschillende hoogte. Dit komt omdat je ook hoogteverschil hebt in schoenen. Om de juiste sokken te kiezen, moet je dus kijken naar je schoenen. Hoe hoger je wandelschoenen, hoe hoger je sokken moeten zijn. Dit is belangrijk omdat je schoenen niet direct tegen je huid aan moeten komen. Want dat gaat alleen maar pijn doen.
Vaak zijn er 4 verschillende hoogte sokken te vinden;
- No-show: Deze sokken stoppen net onder je enkel. Daarom geven ze ook weinig bescherming tegen schuren van je schoenen. Ze zijn geschikt voor trailrunschoenen of lage wandelschoenen.
- Enkel: Een stukje hoger dan de no-show. Deze komen tot voorbij je enkel. Geschikt voor lage- en halfhoge wandelschoenen.
- Crew: Dit is de standaard hoogte voor wandelsokken. Meestal zo’n 5 centimeter boven je enkel. Hierdoor zijn ze perfect voor hogere wandel- en bergschoenen. Natuurlijk kan je ze ook dragen met lage schoenen. Maar die extra hoogte kan wel warm zijn tijdens zonnige dagen.
- Knie Hoog: Sokken die knie hoog zijn, zijn meestal voor die grote zware bergschoenen. Ze beschermen je schenen en kuiten tegen schuren. En helpen je onderbenen warm te houden tijdens hikes over bijvoorbeeld gletsjers.
Demping van je sokken.
De demping of cushioning van een sok zegt iets over de dikte. De juiste dikte ligt aan de soort wandeling of hike die je gaat maken. Maar ook aan het weer. Een beetje demping is fijn tijdens een korte wandeling. Maar hoe dikker de sok hoe warmer. Waarschijnlijk moet je wat verschillende sokken uitproberen. Om erachter te komen wat het beste voor je werkt.
Die demping is niet in de hele sok even dik. Je vindt het meestal rond je tenen,je hiel en onder de bal van je voet. Daar zijn de sokken dan het dikst.
De verschillende opties in demping zijn:
- Geen. Perfect voor erg warme dagen. Deze zijn erg goed ademend en hebben bijna geen demping.
- Licht. Nog steeds fijn in warm weer. Goed ademend en snel droog. Sokken met lichte demping zijn lekker dun. Behalve op plaatsen zoals de hiel en de bal van je voet.
- Medium. Deze sokken hebben een goede demping. Vooral weer op die plaatsen waar je het nodig hebt. Perfect voor hiking en backpacken. En warm genoeg in wat koudere omstandigheden.
- Zwaar. Dit zijn de dikste en warmste sokken. Gemaakt voor lange, zware tochten in koud weer. Vaak te dik voor al het andere.
Verschillende materialen.
Wandelsokken komen in verschillende materialen. Vaak is het niet 1 materiaal maar een mix. Hierdoor krijg je het beste van meerdere werelden. De meest gebruikte materialen zijn:
- Wol. Veruit het meest gebruikte materiaal. Het regelt de temperatuur goed en geeft prima demping. Ook een groot pluspunt is dat het antibacterieel is. Het gaat dus minder snel stinken. Tegenwoordig zie je veel merino wol. Dat is een hele fijne wol die niet kriebelt. Wel wordt er vaak een mix gebruikt van wol met een synthetisch materiaal. Hierdoor wordt het steviger en is het sneller droog.
- Polyester. Polyester is een synthetisch materiaal dat goed isoleert en snel droog is. Wordt soms gebruikt als mix met bijvoorbeeld wol.
- Nylon. Een ander synthetisch materiaal. Stevig.
- Zijde. Zijde is comfortabel en lichtgewicht. Maar helaas niet zo stevig als andere materialen. Wordt soms gebruikt in liner sokken.
- Spandex. In veel wandelsokken zit een klein deel spandex. Dit materiaal zorgt ervoor dat sokken hun vorm behouden. Ook gaat het ophoping van je sokken in je schoenen tegen.
Pasvorm.
De juiste pasvorm van je sokken is belangrijker dan je denkt. Als je sokken te groot zijn kunnen ze gaan ophopen. Dat zorgt weer voor teveel wrijving waardoor je blaren krijgt. Te klein, kan er druk ontstaan en je sokken kunnen langzaam uit glijden.
Voor de juiste sokken is het goed om de daadwerkelijke maat van je voeten te pakken in plaats van je schoenen. Dit omdat je niet altijd dezelfde maat schoenen hebt. Mocht je precies tussen 2 maten vallen, neem dan de kleinere optie. De juiste sokken moeten aangesloten zitten maar niet te strak. Je hiel moet netjes uitkomen met de hiel in je sok.
Inlegzooltjes voor wandelschoenen.
Net als met je veters op een andere manier strikken, kunnen inlegzooltjes ervoor zorgen dat je schoenen beter zitten. Tenslotte zijn de standaard zolen in wandelschoenen allemaal hetzelfde. Terwijl iedereen andere voeten heeft. Toch kunnen ze er niet voor zorgen dat slecht zittende schoenen ineens goed gaan zitten. Maar ze kunnen wel helpen tegen bijvoorbeeld blaren en een branderig gevoel.
Soorten inlegzooltjes.
Er zijn verschillende soorten inlegzooltjes. De zooltjes waaruit je kan kiezen bij een buitensportwinkel geven over het algemeen meer steun. En zijn niet te verwarren met zooltjes die je bij een drogist kan kopen. Die zooltjes zijn vaak zachter. Ze voelen lekker aan, maar doen eigenlijk niet zoveel tegen voetproblemen.
Welke inlegzool voor jou.
Het kiezen van de juiste inlegzool heeft niet alleen te maken met je schoenmaat. Belangrijk is om naar je hele voet te kijken. Want verkeerde inlegzooltjes kunnen weer voor andere problemen zorgen.
Vaak wordt er gekeken naar de vorm van je voetboog. Heb je een hoge voetboog, dan heb je ook een zooltje nodig die daar extra ondersteuning geeft. Met een lage voetboog (platvoet) is het belangrijk om niet een te hoge zool te nemen. Anders forceer je je voeten een onnatuurlijke houding aan te nemen. In de winkel kunnen ze vaak je voeten zo opmeten dat ze dat precies kunnen zien. En kunnen dan ook de juiste inlegzool aanraden.
Tips voor de juiste wandelschoenen kiezen.
- Neem de juiste schoenmaat. Laat je voeten goed opmeten. En neem niet automatisch de maat schoenen die je altijd hebt. Want wandelschoenen zitten heel anders.
- De truc met het binnenzooltje. Denk je de juiste maat te hebben, check dan even door op de losse binnenzooltjes te gaan staan. Bij zo goed als alle wandelschoenen kunnen die eruit. Ga goed met je hiel in het kuipje staan; je zou dan ongeveer 1 centimeter ruimte moeten hebben aan de voorkant.
- Pas je schoenen aan het eind van de dag. Je voeten zetten op door de dag heen. Dus als je schoenen gaat passen richting het einde van de dag, zijn je voeten het grootst. Dit kan ervoor zorgen dat je niet te kleine schoenen koopt.
- Gebruik je steunzolen? Neem ze mee. Doordat de binnenzooltjes van wandelschoenen eruit kunnen, kun je de schoenen prima passen met je steunzolen.
- Doe de juiste sokken aan. Met de juiste sokken kan je beter voelen of je schoenen goed zitten. Dus pas de schoenen met de juiste sokken aan. Ga niet voor katoenen sokken. Die duren erg lang voordat ze droog zijn, en daardoor heb je eerder kans op blaren.
- Loop een tijdje met de schoenen aan. Loop even door de winkel, je hebt vast nog meer dingen nodig. Is er een trap in de winkel? Loop die dan een paar keer op en af. Is er een helling? Als je naar beneden loopt op de helling is het belangrijk dat je niet met je tenen tegen de voorkant aankomt. En naar boven moet je hiel op zijn plek blijven zitten.
- Loop je schoenen goed in. Voordat je die lange tocht gaat maken, is het belangrijk om je schoenen van tevoren in te lopen. Veel mensen zien dit over het hoofd, en krijgen daar later spijt van.
- Vervang regelmatig je veters en zooltjes. Je veters rekken na verloop van tijd wat uit. En nieuwe veters kunnen er net voor zorgen dat je schoenen weer wat beter gaan zitten. Hetzelfde met je binnenzooltjes. Die slijten en worden dunner. Waardoor je demping in je schoenen mist. Door die op tijd te vervangen blijven je schoenen lekker zitten.